CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Archeologisch

Onderzoek

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

HET DAGELIJKSE LEVEN  IN BERENIKE

De opgravingen in Berenike hebben tot dusver veel informatie over de huizen van de stad opgeleverd, met name uit de Laat-Romeinse periode. De huizen werden gebouwd van lokaal gewonnen fossiel koraal en gipssteen. De muren van de huizen waren vrij dik en zorgden zo voor enige koelte tijdens de warme zomermaanden, maar hielden ook de warmte vast tijdens de koude nachten in de woestijn. De ramen waren klein en bevonden zich hoog in de muren. De vensters waren voorzien van roosters en konden met houten luiken worden afgesloten. De wanden van de huizen werden glad gepleisterd en kregen vervolgens een kleurige beschildering of werden aan het oog onttrokken door grote wandkleden, waarvan tijdens de opgravingen enkele fragmenten werden teruggevonden.

 

Bij de meeste huizen leidde een deur vanaf de onverharde straat naar een binnenplaats, die gebruikt werd voor allerlei activiteiten, zoals koken en broodbakken. Op de binnenplaats was een trap die naar het dak of, in sommige gevallen, naar een tweede verdieping leidde, en een deur die naar de vertrekken op de begane grond opende. Bij bepaalde huizen maakten de archeologische vondsten duidelijk dat de ruimte op de benedenverdieping in gebruik was als winkel of werkplaats; de woonvertrekken bevonden zich in die gevallen waarschijnlijk op de bovenverdieping.

 

De kamers van de huizen in Berenike waren, zoals bij de meeste huizen in de oudheid, nogal schaars gemeubileerd. Bedden, stoelen, tafels en enkele opbergkasten en -kisten waren de belangrijkste meubelstukken. Soms waren deze meubels, afhankelijk van de rijkdom van de bewoners, uitvoerig gedecoreerd met houtsnijwerk, metalen ornamenten en brons- of ijzerbeslag. Verder beschikten de inwoners van Berenike over het nodige aardewerk, dat in de Romeinse periode vooral uit Egypte zelf afkomstig was. Daarnaast werd in de stad ook veel luxe glaswerk gevonden, waaronder een aantal bijzondere schalen, die beschilderd waren met vissen, bloemen en vogels.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De inwoners van Berenike hadden de beschikking over een garderobe die was aangepast aan het klimaat in de woestijn. De meeste kleding, die vaak met knopen gedecoreerd werd en met riemen en gespen met metaalbeslag bijeengehouden werd, was van linnen en katoen gemaakt, waarover men ’s ochtends en in de avonduren, wanneer het koud was, warme mantels van wol droeg. De wollen kleding, vaak van zeer goede kwaliteit, werd waarschijnlijk vanuit het Nijldal geïmporteerd. Het katoen was mogelijk afkomstig uit Nubië en Arabië.

 

De bewoners van de welvarende havenstad konden zich ook de meest uiteenlopende sieraden veroorloven. Naast eenvoudige bronzen ringen, droeg men zware zegelringen, armbanden en oorsieraden, die soms nog werden verfraaid met enkele parels of kralen van glas. Deze kralen werden in grote aantallen in de stad gevonden. Onderzoek heeft uitgewezen dat veel van de kralen uit Zuid-India en Sri Lanka geïmporteerd werden.